
Willco State:
VAKANTIEHUIS VOOR MENSEN MET HONDENROEDELS !
De boerderij ligt even buiten het dorpje. En, midden in het vlakke polderland. Het is een prachtige novemberdag, koud en helder, met in de verte in het diffuse herfstlicht de zware Waddendijk. Achter die dijk, uitkijkend over de Waddenzee, lijken lucht en water ongemerkt in elkaar over te vloeien.
Als ik het erf oploop, hangen twee geiten met hun voorpoten over de onderdeur van de stal en kijken me nieuwsgierig aan. Op een grasveld lopen twee ezels, verderop wroeten binnen een omheinde ruimte een achttal varkentjes, kriskras over het erf lopen diverse kippen en als ik de bronzen bel luidt die naast de ingangsdeur van de boerderij hangt, breekt er een massaal gekef en geblaf los. Het is duidelijk: hier wonen twee fervente dierenliefhebbers.
De “Willco State”. Zo hebben William Erkens en Marco Nieuwerhuis de fraaie kop-hals-rompboerderij genoemd, toen ze deze een aantal jaren geleden kochten. Daarvoor woonden ze een paar jaar in een pittoresk voormalig vissershuisje in Moddergat, een dorpje aan de voet van de Waddendijk, een paar kilometer verderop en zo ongeveer de uiterste noordoostpunt van Friesland. In de zomer druk bezocht door toeristen, nu ligt het er verlaten bij. Op de dijk staat een monument, dat herinnert aan de stormramp van 1883, toen vrijwel de hele vissersvloot van Peasens-Moddergat ten onder ging en 83 vissers verdronken.
“Toen we daar woonden, hadden we acht honden,”vertelt William, “en een hele grote bestelbus , waarmee we vrijwel dagelijks naar het Lauwersmeergebied bij Lauwersoog reden. Daar heb je een hondenlosloopterrein van 44 hectare met bos, water en riet, een prachtig en uitgebreid terrein om je honden te laten ravotten. Op een dag kwamen we daar ook een vrouw met een Ierse Wolfshond tegen, Uulkje, een hondentrimster. Dat klikte meteen met onze honden en toen dacht ik: dat is een ras wat mij ook erg bekoort; daar moeten we ons eens verder in verdiepen.”
Het woord Ierse Wolfshond is gevallen en dat is ook één van de twee redenen, dat ik naar het hoge noorden ben afgereisd om William en Marco te ontmoeten. Want inmiddels hebben ze naast hun zes Schnauzers ( vier Dwergschnauzers, één middenslag-Schnauzer en één Riesenschnauzer) ook twee Ieren, de tweejarige reu met roepnaam G.G. (spreek uit Djé Djé) en sinds kort een pup, ook een reu en uit dezelfde kennel Oet Kepèl, met de roepnaam Hercules. Later volgt er nog een teefje, is besloten.
De tweede reden van mijn bezoek is de boerderij zelf, waarvan William en Marco het voormalige woonhuis verhuren als vakantieverblijf voor mensen met meer dan 1 of 2 honden. Ze kwamen op het idee, omdat in de praktijk blijkt dat zulke adressen steeds schaarser worden; in de meeste gevallen wordt slechts één hond toegelaten.
William: “We hebben het zelf ook ervaren. Eigenlijk zijn we acht jaar lang niet op vakantie geweest, behalve naar vrienden in België, dan gingen alle acht honden in de bestelbus, waar we een groot bed in hadden getimmerd. Maar in de andere gevallen gingen we apart op vakantie, de ene week Marco en bleef ik thuis om voor de honden te zorgen en dan de andere week omgekeerd.”
Daar kwam overigens geen verandering in, toen ze een aantal jaren geleden de boerderij kochten en als grote dierenliefhebbers bewust besloten om behalve honden ook andere dieren te nemen. Dat was ook altijd hun wens geweest en daarvoor hadden ze nu immers de ruimte. Dus kwam er op de Willco State nog een bonte verzameling van andere rassen en soorten bij: melkgeiten, de al genoemde Nieuw Zeelandse varkentjes plus één Chinees (meishan) varkentje, een Shetland pony, drie ezels en verder parelhoenders , ras- en krielkippen en als recente aanwinst twee half Angorakatjes. En ook de hondenroedel kreeg uitbreiding: twee jaar geleden kochten Marco en William G.G. en dit jaar nog kwam Hercules de gelederen versterken. Waarom er ook nog twee Ierse Wolfshonden er bij?
William: “In de elf jaar dat we elkaar kennen, zijn Marco en ik altijd heel erg op Duitse Doggen en Schnauzers georiënteerd geweest. Maar niet alle rassen passen bij ons en er zijn ook onderlinge verschillen. Ik hou bijvoorbeeld van Newfoundlanders, Marco niet. Maar toen we die vrouw met die Ier tegenkwamen, zag ik het meteen: als ‘m iets aanstaat, begint ie meteen te glunderen.” Diva heette die Ier en was voor Marco dé sleutel.
Marco: “In mijn jeugd was ik zelfs bang. Toen ik een keer zat te spelen buiten en omhoog keek, stond daar een Ier voor me en schrok ik. Maar de eigenaresse zei: je hoeft niet bang te zijn hoor. Hij is waarschijnlijk banger voor jou. En toen vond ik ‘m wel mooi. En ze stralen iets liefs uit.”
Het was in de periode dat ze een aantal nare ervaringen opdeden met hun doggen. Ze hadden al de nodige ellende meegemaakt, van allerlei ziekten tot puur bedrog. Zoals van fokkers, die ze vertrouwden en die toch doggen verkochten, waar van alles mis mee was.
William: “Op een gegeven ogenblik waren we zo afgekickt door de manier waarop we behandeld waren, dat we dachten: we gaan ons nu maar eens verdiepen in de Ieren. Dus zijn we behalve naar shows van doggen en schnauzers ook naar die van Ieren gegaan. En dan ga je bellen en praten met diverse fokkers, websites bezoeken en veel lezen over het ras. Zo kwamen we op de site van de S.I.W. (nu N.I.W.C.) terecht en uiteindelijk bij de kennel Oet Kepèl.”
Er gingen heel wat bezoeken en heel wat gepraat aan vooraf voordat uiteindelijk de knoop werd doorgehakt en Marco en William op de wachtlijst voor een pup kwamen te staan.
“En we moesten nog bijna een jaar wachten voor er een nest was. Maar deze gang van zaken gaf ons wel vertrouwen. Ik dacht: dit zijn mensen waarbij de dieren op de eerste plaats komen. Natuurlijk weten we dat er bij het Ierse Wolfshondenras ook van alles mis is. Daar zijn we ook grondig over geïnformeerd. Maar ja, we hebben altijd gezegd: liever een ras, waar je van houdt en waar je één mee bent voor zes, zeven of acht jaar dan een ras waar je niks mee hebt.”
We gaan een kijkje nemen in het vakantiehuis. Als we over het erf lopen, sluit een bonte stoet zich bij ons aan, de honden voorop. Ik voel een duwtje in mijn rug en als ik me omdraai, staat achter me een van de ezeltjes, die me voorzichtig besnuffelt. G.G. is aan het dollen met Xantor, de zwarte riesenschnauzer op het speelveld voor het huis.
William: “ Bij de koop van de boerderij was ook dit huis inbegrepen. De vorige eigenaar had het ruim drie jaar gemeubileerd en wel leeg laten staan. Hoewel we hadden besloten het niet bij onze woonruimte in de boerderij te betrekken, vonden we het toch wel zonde om er niets mee te doen. Zodoende kwamen we op het idee om het op te frissen en als vakantiehuis te verhuren aan mensen met honden. Dat doen we nu zeven jaar. Het eerste jaar was er weinig respons, maar de laatste jaren zijn steeds volgeboekt geweest. Afgelopen jaar was helemaal fantastisch. Leuke mensen, niks schade, niks problemen.”
Marco: “ In het begin was het soms wel even schrikken. Zo kregen we een telefoontje van een man, die met tien pitbulls wilde komen. We hebben achteraf nooit meer iets gehoord. En toen we een beetje in de publiciteit kwamen, stonden er ook opeens mensen voor de deur, die hier hun huisdier wilden droppen. Maar al met al zijn we ontzettend blij dat we deze beslissing hebben genomen, want we hebben op deze manier ongelooflijk leuke mensen leren kennen. Mensen met drie of vier honden, die vaak op dezelfde manier denken en op dezelfde wijze met honden omgaan zoals wij dat doen. Als ze komen is het ijs meestal meteen gebroken. We hebben dus om het vakantiehuis een aparte omheining, net als op ons eigen erf, maar er zijn huurders die zo gek zijn met onze honden, dat de hekken dag en nacht openstaan en dat de honden bij elkaar slapen. Zo is er ook elk jaar een klein hondje, dat ons altijd opzoekt en alleen naar “huis”gaat om te eten.”
Voor wie er met de honden op uit wil, in de omgeving is er keus genoeg. De Waddendijk bijvoorbeeld bij het iets verderop gelegen Wierum, het al genoemde hondenlosloopgebied in het Nationaal Park Lauwersmeer en je kunt een dagje uittrekken om naar Schiermonnikoog te gaan. Wat onze twee roedelleiders zelf trouwens ook regelmatig doen. Met hun honden uiteraard.
In de afgelopen jaren hebben ze al heel wat mensen met honden te logeren gehad. Grote honden, kleine honden, allerlei rassen en niet-rassen. Tot nu toe echter slechts weinig Ierse Wolfshonden. Maar daar komt binnenkort verandering in. “Over een paar weken komen er weer mensen met Ieren naar de Willco State,”zegt William. ”En daar verheugen we ons natuurlijk enorm op!”
tekst: Theo Leeuwenburgh voor Shamrock (clubblad van de N.I.W.C.).
